Latest Entries »

En op een dag – uit het niets – staat heel de backcatalogus (4 albums) van je studioproject Symbian online op alle streaming kanalen. Streamen maar:

The Skywatcher (1993) https://open.spotify.com/album/3N9xo7vOj2Bdp0zivq8yl0…

No Man’s Land (1995) https://open.spotify.com/album/0DALYcGNw97pDg9yeNRvLu…

Navigator (1997) https://open.spotify.com/album/4QaRpOVp1pI9iENIGOIukA…

Source Of Secrets (2000) https://open.spotify.com/album/720hqocY28mmPsgkKrznTl…

Het is hier lang stil geweest… Maar Connecting Silence gaat weer optreden, en ik wil je uitnodigen op de fototentoonstelling die onze groepsnaam draagt in CC Coloma (Sint-Pieters-Leeuw). En met een concert op de finissage van de tentoonstelling op 29 april 2022 om 19u. Niet te missen, dus!

De expo Connecting Silence kwam tot stand in het verlengde van de release van ‘Messages of Stillness’, onze dubbel-CD met fotoboekje van Bernadette Mergaerts. De tentoonstelling was eerst gepland in het voorjaar van 2021, maar kon toen – door de maatregelen – niet doorgaan.

Dit jaar kan dit wel. Bernadette Mergaerts nodigde collega-fotograaf Luc Bonduelle om in dialoog te gaan met haar werk. En zodoende werd het een tentoonstelling van twee fotografen en twee muzikanten. Bernadette pakt uit met haar unieke, hypergedetailleerde, fotografische zijdesjaals en stelt deze tegenover Lucs abstracte foto’s. De perfecte sfeer om te combineren met de muziek van Joost en mezelf.

CONNECTING SILENCE

De stille afspraak van twee fotografen en twee muzikanten

Bernadette Mergaerts en Luc Bonduelle observeren, wandelen en voelen in parken, tuinen en ook steden en kijken met verwondering naar alles wat de omgeving en het moment hen bieden.

Hun blik wordt op scherp gezet door al hun zintuigen. Dit levert abstracte foto’s op die door de kijkers en mede-voelers als muzikaal, dansend of zelfs geurend worden ervaren.

De samenwerking met muzikanten en dichters vloeit hier uit voort.

‘Connecting Silence’ is het resultaat van een stille afspraak tussen de musici Johan Van den Abeele, Joost Carpentier en de twee bevriende fotografen.

Het Kasteel Coloma biedt de geborgenheid voor deze zeer bijzondere artistieke samenwerking.

Finissage met concert Connecting Silence op vrijdag 29 april om 19u

Waar

kasteel Coloma, Joseph Depauwstraat 25, 1600 Sint-Pieters-Leeuw

Wanneer

Toegankelijk op 9, 10, 16, 17, 23, 24, 30 april en 1 mei 2022, telkens van 14-18 uur.

Vrije toegang

Beluister Connecting Silence – Messages of Stillness op Bandcamp: https://belgianneumusik.be/album/wed064-bnm025-message-of-stillness-2cd-photobook-soundart-mindfulness

CC Coloma Sint-Pieters-Leeuw: https://www.sint-pieters-leeuw.be/cc-coloma/connecting-silence

Het is iets vreemds: de muzikale communicatie tussen muzikanten die improviseren. Maar, de dag dat ik samen met Joost Carpentier (keyboards, synths) begon stukken te improviseren, klikte het muzikaal onmiddellijk. Na elk nummer dat we uit het niets toverden keken we elkaar verbaasd aan, dolgelukkig met het resultaat. Blij en tevreden dat we mekaar muzikaal ‘vonden’. Dat zijn zo’n momenten om te koesteren en te behandelen als iets kostbaars. Joost stelde voor om al onze samenwerkingen onmiddellijk op te nemen, om dat gevoel ook onmiddellijk in opnames om te zetten. Dat hebben we gedaan en de dubbel-cd ‘Messages of Stillness’ is er het resultaat van.

Connecting Silence (foto Stephan Vercaemer)

Ik zag laatst een mooie documentaire over het label ‘Blue Note’ en zag daar dat Herbie Hancock en Wayne Shorter, net hetzelfde deden als wij. ‘Na de melodie, zien we wel wat er komt.’, zei Shorter tijdens die opnamesessie, je zag de lachende tevreden gezichten bij het beëindigen van dat geïmproviseerde nummer. Het was gelukt, iedere muzikant was tevreden. Ik wil ons zeker niet vergelijken met deze heel grote musici, maar ik voelde dat het hetzelfde proces was. Dat vind ik mooi aan geïmproviseerde muziek. Je weet niet wat er komt, het is meestal eenmalig, soms is het zwoegen, soms is er magie in de lucht, soms krijg je ‘vleugels’…

‘Messages of Stillness’, ons debuut, is hiervan de weerslag. Wij zijn twee stille persoonlijkheden, die breekbare muziek willen maken, muziek die emotie ademt. Neen, het zijn geen grootse composities, het gaat om de sfeer en hoe die evolueert tijdens het nummer, de muzikale dialoog tussen de muzikanten, het vraagt wel aandacht van de luisteraar, maar de muziek kan plots ook bij je ‘binnenkomen’ als je ze als achtergrond opzet. Dat is de definitie van ‘ambient’, niet?

Toen de opnames achter de rug waren, vonden we dat we goed beeldmateriaal voor de hoes nodig hadden, die bij de muziek moest passen en de luisteraar in de juiste sfeer moest brengen. Ik was al een paar keer naar een fototentoonstelling van Bernadette Mergaerts geweest, sommigen van haar foto’s ademen dezelfde sfeer van onze muziek: ze mijmeren, je kan er je fantasie in kwijt, je kan er bij mediteren, je kan erbij dromen. Het gaat om detailfoto’s van muren, objecten, stenen, water,… Soms weet je niet wat je ziet, en dan zie je plots wat, en dat vond ik net leuk.

We maakten een afspraak met de fotografe en stelden voor om samen te werken. Zij wilde al jarenlang een hoesontwerp maken, dus er was onmiddellijk passie. Bernadette Mergaerts selecteerde voor ieder nummer een bijpassende foto en we kozen een foto voor de hoes van onze dubbel-cd. Bernadette begreep instinctief waar onze muziek over ging, dat was zo mooi om als muzikant te mogen vaststellen. Er hing een samenwerking in de lucht. Messages of Stillness werd een project gedragen door 3 artiesten. Onze muziek zal nu ook op de tentoonstellingen van Bernadette Mergaerts te beluisteren zijn, dat zijn plekken waar je niet onmiddellijk muziek verwacht.

De dubbel-cd, werd nu een fotoboek met 2 cd’s in de kaft. Voor het ontwerpen van het fotoboek/hoes, deden we een beroep op Alain Kinet. Goed dat we dit deden, want we kregen een kwaliteitsvol drukwerk dat nu eenmaal niet in cd-perserijen afgeleverd wordt. Uit respect voor het fotowerk moest dit van betere afdrukkwaliteit zijn. Dat lukte dankzij de ervaring en inbreng van Alain. En nu is het klaar en willen we ons project aan zo veel mogelijk mensen laten horen en zien.

Messages of Stillness wordt gereleased door: https://wool-e-shop.jouwweb.be/https://wool-e-discs.be/ – Bandcamp: Messages of Stillness

CD-voorstellingen zijn:

Messages of Stilness tijdens de tentoonstellingen van Bernadette Mergaerts:

  • Van 5 t.e.m. 10.11.2019 AM Foundation Gallery, 4 rue de Saintonge, 750003 Paris, France, https://www.am-foundation.be/
  • Van 6 t.e.m. 9.12.2019 Atelier, Gachardstraat 72, 1050 Elsene, Brussel

 

 

 

Ik was saxofonist Philippe Venneman totaal vergeten en het was puur per toeval dat ik hem weer op het spoor kwam… dankzij een compilatie van SDBAN: Harde Smart, Flemish and Dutch Grooves from the 70’s. Daar ontdekte ik ‘Gemengd Gevoel‘, een instrumentale track van een LP van Herman Debruycker, met de tenorsax van Philippe Venneman. Duidelijk in één take opgenomen, maar wel boeiend saxwerk, duidelijk geïnspireerd door Stan Getz, maar toch met een andere eigenheid? Ik had die naam ooit gehoord, ik wist dat er ooit muziek van hem was, maar ik was die totaal uit het oog verloren. Tijd voor wat opzoekingswerk… Daar gaat dit blogbericht over.

De eerste plek waar ik terecht kwam in mijn opzoeking was de blog van Ronny De Schepper: dagelijks iets degelijks, met een blogbericht over de saxofonist: Philippe Venneman (1947-1993) (blogbericht gepubliceerd op 8.5.2018). Hier zag ik in één oogopslag dat er wel degelijk een grondige reden was dat ik nog weinig over Phillippe Venneman had gehoord, hij overleed al in 1993 (26 jaar geleden) in een auto-ongeluk. Omdat Venneman (nog) geen Wikipediapagina heeft, was dit wel een goede bron van informatie over zijn activiteiten en zijn werk.

Philippe Venneman is vooral gekend door de jazzgroep Jazz Circle, een groep opgericht door pianist Tars Lootens. Jazz Circle was vrij populair in de jaren tachtig. In 1982 verscheen hun LP ‘Sun Games‘, veel later verscheen Sun Games ook op CD. Via Discogs kocht ik een tweedehands exemplaar.

Venneman deed ook sessiewerk voor o.a. The Machines en Wim De Craene.

Ik ontdekte ook op Youtube volgend BRT tv-optreden in So What uit 1983:

 

Voor de volledigheid voeg ik hier de links toe naar de andere 6 delen van het tv-optreden (ook deze met Didier Lockwood):

Deze BRT-opnames geven toch al een goed beeld van wie Philippe Venneman was als tenor- en sopraansaxofonist.

Na nog wat verder zoeken naar foto’s stootte ik op foto’s van zijn grafzerk. Philippe Venneman ligt begraven op het kerkhof van Wondelgem. Als ik eens in de buurt ben, zal ik zijn graf eens een bezoekje brengen.

Het leven van een saxofonist… kan zo voorbij zijn. Tijd om de CD ‘Sun Games’ noch eens in de speler te stoppen. Of wie wil streamen, kan dat op:

Onlangs was ik op citytrip in London. Een goede gelegenheid om de grootste saxofoonwinkel van Europa binnen te stappen en even de sfeer op te snuiven en mijn ogen en oren de kost te geven. Sax.co.uk opende 3 maanden geleden een nieuwe saxofoonshop in Stamford Street, in het centrum van Londen. Ondergetekende ging er voor u op prospectie.

Vorige zomer was het nog een bouwwerf, daar in Stamford Street in Londen. Maar de nieuwe winkel van Sax.co.uk ging drie maanden geleden open in een nagelnieuw gebouw. Ik besloot de winkel een bezoekje te brengen.

Wat van buiten opvalt is het mooie neonlicht met het logo van de winkel:

Wat opvalt als je de winkel binnen stapt is het enorme aantal opgestelde saxofoons: 2 lange rijen altsaxofoons, 2 hoog, 2 lange rijen tenorsaxofoons, 2 hoog, een muur vol soprano saxofoons, 2 hoog, ook een aantal gebogen soprano’s. Het doet je denken aan een Saturn-winkel, maar dan enkel voor saxofoons.

Mooi opgesteld, prijskaartje en beschrijving erbij, klaar om even uit te proberen in de geluidsdichte speelkamertjes in het andere gedeelte van de winkel, ik telde er zeker een drietal. En ja, je kan er ook terecht voor klarinetten en fluiten, maar die staan niet zo prominent opgesteld, de winkel richt zich in de eerste plaats op de veeleisende saxofonist. Ik was er op een zaterdagnamiddag en alle ‘probeerkamertjes’ waren snel bezet.

Ik sloeg een praatje met de man die aan het eind van de winkelruimte. Hij stond mij zeer vriendelijk te woord en vertelde me dat ze al een tiental jaar in Londen actief zijn, maar dat hun hoofdkantoor (én webshop) zich in Sussex bevindt. Daar zit alle saxofoonvoorraad van het bedrijf. Dus daar is de keuze nog iets groter. Maar mits afspraken, laat je een soprillo uit de stock komen om even uit te proberen in de Londense winkel.

Wat me ook opviel is dat er een paar Selmer Mark VI saxofoons tussen de nieuwe saxofoons stonden. Dit zijn zeer gegeerde ‘vintage’ instrumenten. Het zijn instrumenten van muzikanten en klanten die daar in consignatie staan, je kan ze uitproberen en kopen. Of er nog iets aan de prijs te doen is, kwam ik niet te weten, gezien ik enkel de sfeer was komen opsnuiven en ik er buiten een leuke T-shirt niets heb gekocht.

Ik kreeg wat meer uitleg over de prijsrange van de gebogen soprano saxofoons: dat start met hun eigen merk (gemaakt in China), gaat dan over naar merken uit Taiwan (al dan niet geassembleerd in Europa), om over te gaan in de meer gesettelde merken als Yanagisawa en Rampone & Cazzani. Toch wel een uitgebreide keuze. Leuk was ook om te horen dat Jan Garbarek ooit een saxofoon heeft gekocht bij Sax.co.uk, zo wist de man achter de infobalie mij te vertellen. Dat dergelijke artiesten in de shop komen vonden ze leuk, dat de man ook echt een saxofoon kocht, hadden ze niet verwacht. Op mijn vraag of er nog grote namen over de vloer kwamen noemde men: Courtney Pine.

Je hebt in de winkel ook een rek met saxoonpartituren en boeken, een muur vol met accessoires en mondstukken. Heel leuk vond ik dat ze ook een hoekje met de elektronische saxofoons (winddrivers – digital wind instruments) hadden gemaakt: 2 Roland aerophones, 1 Akai EWI 5000 en één Aodyo Sylphyo! Je kan de instrumenten aansluiten op een mengtafel en uitproberen. Best uniek om dit in een instrumentenwinkel te zien.

Eigenlijk heb je in deze winkel het hele assortiment waaruit een amateursaxofonist tot de serieuze professional wil kiezen. Je kan er ook terecht voor herstellingen.

Eigenlijk gaat het sax.co.uk voor de wind, ware het niet dat ze bang afwachten welk effect de brexit op hun webverkoop zal hebben? Als je saxofonist bent en in Londen bent, moet je zeker eens gaan kijken, deze winkel is uniek in Europa qua assortiment in de winkel.

Op 11 april 2017 doe ik mijn mail open en lees het volgende:

‘Hello Johan, This is a voice from your past (Mendez (Translations)) and booklet for Toots 75th anniversary album). Since we last met I left Brussels to work abroad for a few years, and returned to live here last year. I am starting a band and wonder if you are interested in playing folk mixed with Rock and improv.’

Mijn eigen muziekproject was gestopt en ik dacht: waarom niet? Michael Devlin was ooit copywriter geweest voor een zakenmagazine dat ik liet samenstellen voor Mendez Translations, het vertaalbureau waar ik was beginnen werken in 1993. En inderdaad in 1997 had ik ooit een beroep op hem gedaan om de liner notes van de compilatie Toots 75 te schrijven, een compilatie die ik voor BMG Belgium mocht uitbrengen, de platenmaatschappij waar ik toen voor werkte. Toch was het een zeer onverwacht mailbericht na zovele jaren.

Michael kwam net terug van een paar jaar in China en wou nu eindelijk eens een band oprichten om mee te toeren. Ik dacht, dat kan ik niet weigeren, waarschijnlijk is het buiten mijn muzikale comfortzone, maar ik was te benieuwd. Michael was gedreven, hij droomde van een band, die band zou er komen…

Michael – guitar & vocals

We begonnen audities te organiseren voor een drummer en een bassist, en dat bleek niet zo eenvoudig. We zochten in onze kennissenkring, in het Brussels Conservatorium, op de site van Poppunt,… De meeste drummers en bassisten hadden al werk en merkten dat Michael teveel engagement vroeg. Dus werd het een lange zoektocht om de groep samen te stellen. Uiteindelijk vonden we de juiste drummer: Jonathan Taylor én de juiste bassist: Noé Gresham.

Noé – Electric bass

En dan was het oefenen. Ik ontdekte het fenomeen: repetitiestudio. In Brussel kan je gewoon tegen vergoeding een repetitieruimte afhuren voor je band in wording. De drum staat klaar en je krijgt een kleine PA ter beschikking. Ik dacht met een zekere heimwee terug aan de garagebandjes waar ik vroeger in zat, en waar wij inderdaad meestal bij de drummer thuis oefenden en in de garage.

Jonathan – Drums

Uiteindelijk belandden we in de Anderlechtse Katch Studio, waar we een aantal zaterdagmiddagen gingen repeteren om nummers samen te stellen en in te oefenen zoals onze gitarist/bandleider ze in gedachten had. Hij had soms al een heel arrangement in zijn hoofd klaar zitten.

O ja, ik moet nog even vertellen waar de bandnaam Parallel 51 vandaan komt: geheel democratisch mochten we allemaal suggesties doen voor een bandnaam, uiteindelijk viel Parallel 51 in de prijzen. Parallel 51, staat voor de 51e breedtegraad en loopt ongeveer door Brussel, de bakermat van ons bandje (dat het eigenlijk 50,9 is reserveren voor de critici onder u!).

En nu is het bandje helemaal klaar om het podium op te gaan. Heb je een eigen evenement of festival, wil je ons graag op het podium in je cultuurcentrum, laat het ons weten, wij zijn er klaar voor. Wie interesse heeft surft naar: www.parallel51.group

 

In het jaar 1993 maakte ik, samen met mijn toekomstige echtgenote, een reis door het westen van de Verenigde Staten en Canada. We huurden er een auto om de rondreis te maken en luisterden onderweg naar de radio en dat vonden we best leuk, maar toen we stopten voor koffie onderweg, kocht ik in een ‘gass station’ een cassette van Everything But The Girl – The Language of Life (Atlantic, 1990). Wel, die cassette werd voor mij zowat de soundtrack en de herinnering van die hele reis. Voor mij de beste plaat van Everything But The Girl, geproduced door Tommy Lipuma, die ik kende van de Bob James/David Sanborn plaat Double Vision.

Op deze plaat staan heel wat goede Everything But The Girl-songs, die helemaal in een Amerikaans productiekleedje werden gestopt. Het idee was de band zo Amerikaans mogelijk te laten klinken, dat was er voor sommige critici wat ‘over’, maar het schetste wel hoe een Amerikaans topproductie in de jaren tachtig kon klinken. En de uitgenodigde gastmuzikanten waren niet van de minste: Stan Getz (The Road – tenor sax), Kirk Whalum (Me and Bobby D, Take Me, Imagining America – tenor sax) en Michael Brecker (Driving, Letting Love Go – tenor sax).

Een uitgelezen plaat voor iemand die wil weten wat sessiewerk voor saxofonisten in de States in de jaren 80 zoal betekende. De beste jazz- en jazzrocksaxofonisten van dat ogenblik op één plaat. Dat maakt voor mij het luisteren naar dit album van Everything But The Girl nog steeds een feest én een mooie herinnering aan een onvergetelijke reis.

Als je tenorsax speelt of leert spelen is dit een mooi voorbeeld om te weten wat zo’n tenorsax kon betekenen in populaire muziek in de jaren tachtig. Stan Getz, Kirk Whalum en Michael Brecker op één plaat, dat hebben we alvast aan Tommy Lipuma te danken.

Voor de volledigheid, in the ‘horn section’ zitten ook nog: Marc Russo (altsax) en Larry Williams (tenorsax).

Joe Henderson in Schelle

Sinds een tijdje ben ik lid van de Facebookgroep ‘Saxophonists’, een praatbarak van ‘professionele’ saxofonisten. Hun Mission Statement leest als volgt: Just a fun group for serious pro sax players worldwide to exchange knowledge, share ideas, and contribute to each others
education regarding their equipment and musical challenges; through mentorship and genuine love of the instrument. We welcome all first class, committed professionals with the intent on keeping the standards at the highest level (without regard to genre).

Wel, in deze community wordt Joe Henderson op regelmatige basis geciteerd als één van de grote jazzsaxofonisten. En terecht, weet ik nu. Wist ik veel in 1997, toen de man in kwestie Studio The Groove in Schelle – of all places!- binnen stapte om, volgens Rob Leurentop, zijn laatste studiosessie te doen voor Mal Waldron’s ‘Soul Eyes’.

Daar stond hij dan, de saxlegende die ik niet kende. Hij deed zijn saxofoonkoffer open en stelde volgende vraag: ‘I need 2 glasses of water’. Waarom twee, ging het door mijn hoofd? Toch ging ik die voor de goede man halen, om dan het volgende mee te mogen maken: hij nam zijn mondstuk, het rietje zat er nog op en hij doopte dit in het ene glas water? Vervolgens zette hij het mondstuk op zijn tenorsax en zei: ‘I am ready to record now’. ‘And the second glass of water?’ polste ik voorzichtig. ‘That’s for drinking!’ vertrouwde hij me toe.

En ik had altijd geleerd om eerst het rietje van het mondstuk te halen, het speelklaar te maken door het even in mijn mond nat te maken, dan zorgvuldig op het mondstuk te zetten en na het spelen het rietje er terug af te halen en mooi op te bergen… Sindsdien blijft mijn rietje altijd op het mondstuk zitten! Ik heb dat geleerd en afgekeken van Joe Henderson, meer nog, ik doop het zelf helemaal niet in een bekertje water. Ik dacht, dat kunnen we nog wat verfijnen…

En hoeveel takes hij nodig had voor ‘The Git Go’, weet ik niet meer. Maar het waren er niet veel. Het stond er zeer snel op. Er was ook een fotograaf om nog gauw een foto van hem te nemen. En toen was hij klaar om naar zijn concert op Jazz Middelheim te vertrekken. Byebye, Joe Henderson.

En ja, ik moet tot mijn scha en schande toegeven, pas achteraf ben ik gaan luisteren wat voor moois hij allemaal had opgenomen en daar ben ik nu nog mee bezig.

Nog een foto van Henderson op Jazz Middelheim, augustus 1997.

De titel van dit stukje doet me terugdenken aan Toots Thielemans, die jarenlang in het Amerikaanse jazzmagazine ‘Downbeat’ deze titel won, de prijs om de beste jazzmuikant te zijn op een neveninstrument (miscellaneous), maar wat voor Toots naar het eind van zijn carrière wel duidelijk zijn hoofdinstrument was: de mondharmonica.

Sinds een aantal jaren zijn er bij mij ook zo een paar ‘miscellaneous instruments’ mijn werkkamer binnengeslopen. Met de tin whistle ging dat zo: ik was in mijn tienerjaren eens op vakantie geweest in Ierland, al liftend en met de rugzak, kamperend bij de Shannon, langs de weg of aan het strand in Galway. Dat waren in Ierland de tijden van ‘Come on Eileen’, fuiven waar geen drank werd geschonken (je moest je op voorhand ‘indrinken’ in de pub) en ik herinner me ook dat men je frieten nog in krantenpapier deed, met ‘vinegar’ erbij. Als tiener vond ik ook die ‘Guinness’ maar niks, ‘karnemelk’, noemden we het in ons Vlaamse tienergezelschap, waarmee ik liftend en wandelend Ierland doorkruiste. Ha, lang verhaal, maar toen kwam ik die tin whistle nog niet tegen. Het was een heerlijk ‘leeg’ en ‘ouderwets’ land, maar de mensen waar er zeer vriendelijk en warm.

Jaren later ging ik terug met mijn vrouw terug en toerden we doorheen Ierland in onze oude blauwe BMW. Ik had heimwee gekregen naar het eiland en wist mijn vrouw te overtuigen om, gezien mijn jeugdsentiment, samen het eiland te ontdekken. Omdat zij mooie herinneringen wou aan deze reis, kwamen we veel in toeristenshops, waar ik natuurlijk vooral uitkeek naar muziek, terwijl zij andere dingen bekeek. Daar kwam ik de tin whistle tegen en kocht ik mijn eerste. Ja, in vergelijking met een saxofoon kostte het fluitje toch niets. Het bleek niet zo veel te verschillen van de vingerzetting van een saxofoon, dus al snel kon ik er iets mee.

Op een avond kwamen we in een pub terecht waar we iets wilden eten en daar was plots die Ierse folk gespeeld door lokale artiesten, een bodhran, een viool, een accordeon en een paar tin whistles en een lokale tenor die zong van aan de bar. Het werd een gezellige avond en ik was verkocht en ging me toch een beetje meer verdiepen in Ierse muziek. Wat ik gehoord had daar: de jigs, reels en barndances, leken mij een soort Ierse ‘bebop’, snel en virtuoos, unisono. Ikzelf ben ‘een trage’, dus daar kon ik niet snel bij, ik begreep er eigenlijk muzikaal niets van, alleen de ‘ballads’, die begreep ik wel.

Jaren later mocht ik voor BMG Belgium, met een journalist naar Amsterdam, om Paddy Moloney van de Ierse band The Chieftains te interviewen, ik herinner me dat ik deze vriendelijke legende de hand mocht schudden en hij braaf op de vragen van de meegebrachte journalist antwoordde. Ondertussen zag ik dat hij een goudkleurige tin whistle met rood mondstukje bij zich, dat hij eraf had geprutst en met een beetje zwarte tape terug op de toonbuis had geplaatst. Ik dacht, ha, zo gaat dat dus, als je je tin whistle wilt stemmen. Dat fluitje had hij altijd bij de hand om er een deuntje op te blazen.

Enfin, ik had toch al de kans gehad om een van de grootste tin whistle-spelers te ontmoeten: Paddy Moloney van The Chieftains.

Jaren later had ik ook de kans om volgende whistle-virtuoos kort te ontmoeten in de AB Brussel: Carlos Núñez. Ook een aimabel man, maar die kwam dan weer uit Galicië. Voor mij dan weer een gelegenheid om af en toe een op de tin whistle te spelen.

In een hebberige bui, had ik ook eens een ‘low whistle’ gekocht. Die lijkt vooral op een soort stofzuigerstang, maar is een stuk melancholischer. Daar bleken mijn vingers en handen op het eerste zicht ook een beetje te klein voor te zijn! Toch heb ik er ooit mee opgenomen (de CD Symbian meet Venja: Floating Silence).

Na zoveel jaren wou ik dit instrumentje grondiger leren bespelen en er meer over leren. Dat doe ik nu al voor het tweede jaar bij Muziekpublique, een Brusselse vzw die Ierse tin whistle beschouwt als wereldmuziek uit Ierland. Mijn leraar daar is Raphaël De Cock, een muzikant die ooit in een vat vol ‘toverdrank met folk’ moet zijn gevallen en zeer virtuoos is op de tin whistle. Eindelijk snap ik nu dat je die jigs en reels er moet ‘instampen’ – net zoals bebop. Dus je moet voldoende virtuoos en snel kunnen spelen want je speelt ‘dansmuziek’ in de Ierse traditie, muziek die we, dank zij Paddy Moloney en The Chieftains niet enkel in Ierse pubs en danszaaltjes, maar nu overal ter wereld kunnen beluisteren. Ja, en het is eens iets anders dan jazz of improviseren.

Ondertussen weet ik ook dat er in Ierse folk ook een soort ‘Real Book‘ is, dat kan je bijvoorbeeld bekijken op www.thesession.org, een mooi initiatief waar je veel kan leren over alle Ierse deuntjes die ooit gecomponeerd en gespeeld zijn, de partituren kan je ook zo op je scherm krijgen en voor wie geen muziek kan lezen is er een alternatieve notatie.

Stof genoeg om te oefenen dus, en dat doe ik nu dus ook. Tin whistle spelen in de Ierse traditie. Zo duiken we eens een andere muziekrichting in. Yes, I am into folk, but not religiously! Cheers!

Ze zijn niet dik gezaaid, de boeken over een carrière als succesvolle saxofonist. Dus, dacht ik, deze biografie van Candy Dulfer moet ik zeker lezen.

Candy Dulfer – zonder meer de gekendste saxofoniste ter wereld – publiceerde onlangs: Sax, Candy & Rock-‘n-roll. Ik kocht mijn exemplaar bij Passa Porta in Brussel, want daar krijg ik leerkrachtenkorting. En ik begon al gelijk in de metro naar huis te lezen.

Ik lees al gauw hoe haar carrière al zeer jong van start ging: ze kreeg een aanbod om in het voorprogramma van Madonna op te treden (wou ze eigenlijk eerst niet, maar haar moeder zegde toe!) en een paar bladzijden verder lees ik hoe ze zich kan ergeren aan slechte saxofoonrieten. Duidelijk de klassieke rietenfrustratie die alle saxofonisten kennen als ze moeten presteren onder druk, geen enkel riet is goed genoeg, en ja, ze weet het wel, een saxofoon is een nukkige onvolmaakte bitch, de ene dag doet ze zus en de volgende dag zo, het is een wispelturig instrument. Wel leuk dat ze dat met haar lezers wil delen. Is een saxofoon een makkelijk instrument? Ja en neen, is haar oordeel. En ik kan het u ook bevestigen, het is zo. Soms is saxofoon spelen afzien.

Deze bio leest lekker vlot, Dulfer kreeg wel de hulp van een ghost writer (Liddie Austin), vandaar dat sommige bladzijden ook een beetje lezen als een lang uitgesponnen interview. Dulfer heeft het saxofoonspelen met de paplepel binnen gekregen, haar vader Hans Dulfer, zelf een professioneel saxofonist, heeft zijn dochter al piepjong op het podium meegenomen en algauw kreeg Candy een saxofoon in de handen geduwd. Als tiener startte ze zelf eigen groepjes waar de alt saxofoon telkens centraal stond.

Candy Dulfer kwam bij mij ook over als voldoende eerlijk: ja, ze zegt onomwonden dat ze de speelstijl van David Sanborn kopieerde en dat haar succesvolle carrière vooral te danken is aan haar grote hit: Lily was here (met en geschreven door Dave Stewart). En ja, ook haar liefdesleven komt ter sprake – toen ik het boek las, kwam die vraag eigenlijk ook spontaan bij me op, heeft ze een gezin of een relatie? – dat heb in de bio die ik van Miles Davis las, alvast niet gelezen. Ook dat aspect doet ze deels uit de doeken.

En er is ook plaats voor spinal tap, toch iets waar de muzieksector niet van verstoken is. De scene in het kantoor van BMG directeur Clive Davis is in die zin hilarisch.

Dulfer vertelt ook over haar platendeal met BMG (nu Sony Music) die ze bij BMG Nederland tekende. Als ex-werknemer van BMG (ja, ik was ooit Product Manager Classicals & Jazz, Belgium) is dat toch wel ‘leuk’ om te lezen.

En dat er weinig vrouwelijke saxofonisten zijn, dat maakt dit boek ook zo bijzonder. Sax, Candy & Rock-‘n-roll was aangename lektuur én motiverend als je zelf saxofoon speelt. Ook fans van Prince kunnen in dit boek heel wat over de samenwerking tussen Dulfer en Prince lezen. Ik vond het aangename en leerrijke lektuur.

Sax, Candy & Rock-‘n-roll – Nijgh & Van Ditmar